4 juli 2019
SOS Kinderdorpen houdt bij uithuisplaatsing broertjes en zusjes bij elkaar
Het publiek kent SOS Kinderdorpen als organisatie die ver weg kinderen helpt die het zonder veilige, liefdevolle familie moeten stellen. Ook in Nederland hebben lang niet alle kinderen een veilig thuis. Daarom bieden we in ons land Simba Familiezorg, waarbij we broertjes en zusjes gezamenlijk opvangen. Met als doel dat zij, na intensieve gezinsbegeleiding, terug kunnen naar huis.
Opgroeien bij hun eigen familie biedt kinderen de beste start in het leven. Vanuit die gedachte vangt SOS Kinderdorpen al 70 jaar wereldwijd kinderen op die vanwege armoede of andere rampspoed niet bij hun ouders kunnen wonen. Een veilig thuis lijkt in Nederland vanzelfsprekend, toch leven ook hier veel kinderen in omstandigheden die schadelijk zijn voor hun ontwikkeling.
Opvoeders ondersteunen
Tal van professionele organisaties houden zich bezig met jeugdzorg in Nederland. Waarom wil SOS Kinderdorpen daarin een rol spelen? “Omdat we van experts in de sector hebben geleerd dat onze internationale expertise een meerwaarde kan zijn in de Nederlandse situatie”, zegt Arian Buurman, algemeen directeur van SOS Kinderdorpen. “Bij een uithuisplaatsing komen broertjes en zusjes vaak op verschillende plekken terecht. Experts vertellen ons dat veel pleeg- en gezinshuisouders te weinig ondersteuning krijgen, en dat terugkeer naar huis minder vaak voorkomt dan wenselijk is.”
Investeren in het gezin
SOS Kinderdorpen heeft veel ervaring met familieversterking en het gezamenlijk opvangen van broertjes en zusjes. Vanuit die expertise is de organisatie in 2018 gestart met Simba Familiezorg in Nederland – bedoeld om uithuisgeplaatste kinderen uit één gezin samen op te vangen. Het gezin krijgt intensieve begeleiding, ook al wonen de kinderen tijdelijk niet bij hun ouders. Een familiebegeleider onderzoekt wat er nodig is om de thuissituatie weer veilig te maken.
Doodgewone huiselijkheid
Simba Familiezorg is een project waarvoor de Nationale Postcode Loterij het geld bijeen heeft gebracht. In vier jaar moet blijken of dankzij de Simba methodiek meer broertjes en zusjes samen worden opgevangen en meer kinderen teruggaan naar hun ouders. Een gezinshuis is meestal een reguliere eengezinswoning waarin een (echt)paar samenwoont, al dan niet met eigen kinderen. Eén van de twee heeft een pedagogische opleiding om kinderen professioneel te kunnen begeleiden. In het opvanggezin krijgen kinderen ook doodgewone huiselijkheid mee – van een vader of moeder die staat te koken tot een dagje naar het strand.
Terug naar huis
De gezinshuisouders krijgen ondersteuning van gedragswetenschappers en familiebegeleiders. Buurman: “Zij brengen een schat aan kennis en praktijkervaring in.” De familiebegeleider ondersteunt het gezin twee jaar lang anderhalve dag per week. In de laatste maanden begint de terugkeer van de kinderen, zodat ouders zo stevig mogelijk in hun schoenen staan wanneer ze de opvoeding weer overnemen. In die periode is ook het sociale netwerk van het gezin versterkt. Buurman: “We hopen aan te tonen dat de Simba methodiek kosten bespaart als meer kinderen uiteindelijk terug kunnen naar huis, omdat gezinnen dan meestal minder intensieve zorg nodig hebben. En, nog veel belangrijker, we willen kinderen en ouders de kans bieden op een gelukkiger bestaan.”
Tekst: Ellen Meijer
