top of page
Foto van schrijverSIMBA Familiezorg

Ervaring van een gezinshuisouder

Bijgewerkt op: 17 okt

Een gezinshuisouder vertelt over de twee broertjes die zij samen met haar partner opvangt. Ook met de moeder hebben ze veel contact, ‘want zij blijft hun mama’, aldus de gezinshuisouder.



Mijn partner en ik wilden geen eigen kinderen, maar wel voor kinderen zorgen, daarom zijn we pleegouders geworden. We werken ook allebei in de jeugdzorg, mijn partner jarenlang als psychomotorisch therapeut en ik ben orthopedagoog. Na de transitie van jeugdzorg naar gemeenten wilde mijn partner haar inzet voor kinderen meer in eigen hand hebben. Als gezinshuisouder kon dat zonder aanvullende opleiding, gezien haar achtergrond.

Gedrag onderzoeken

Ons gezinshuis kreeg de vraag twee broertjes op te vangen. Toen we hoorden over Simba Familiezorg waren we meteen enthousiast over de systemische manier van werken bij de begeleiding van gezinnen. Dat hadden we in de jeugdzorg gemist: aandacht voor wat het gedrag van een kind zegt over het systeem, lees: gezin, waar het uitkomt. Kinderen in jeugdzorg krijgen vaak allerlei doelen opgelegd voor verandering van hun gedrag, terwijl dat gedrag heel logisch is binnen hun systeem. Als je dat diepgaander onderzoekt, begrijp je beter waarom ze doen wat ze doen.

Een ander verschil in aanpak is dat we, samen met de Simba-familiebegeleider, veel gesprekken voeren met de moeder van de jongetjes. In het begin was ze bang dat wij vonden dat zij niet meer in staat is haar kinderen ooit nog op te voeden. Gaandeweg groeide haar vertrouwen in ons en ze is blij dat we, net als zij, van haar jongens houden.

Band tussen broertjes

Er wordt veel tijd uitgetrokken om te kijken of terugkeer mogelijk is. Wat de uitkomst ook wordt, we zien dagelijks hoeveel de broertjes aan elkaar hebben. Zo vinden ze het fijn om samen te slapen, terwijl we voor ieder een eigen kamer hebben. Als de oudste bang is in het donker, vraagt hij z’n broertje erbij. Natuurlijk maken ze ook ruzie. Ze gunnen elkaar soms niks, maar omdat hun band sterk is, durven ze dat te laten zien. Op andere momenten houden ze elkaar stevig vast. Bijvoorbeeld bij het afscheid nemen op school. De oudste gaat ’s morgens als eerste naar de klas en dan knuffelen ze voordat de jongste naar het kinderdagverblijf gaat. Niemand vraagt ze dat te doen, het komt uit henzelf.

Ieders eigen geschiedenis

Het mooie van systemisch denken is dat iedereen erbij hoort, ongeacht hoe iemand zich gedraagt. Het oudste jongetje heeft het soms moeilijk en reageert dan bozig, het is belangrijk dat hij dat kan uiten. Ook zijn moeder heb ik niets te verwijten. Zij heeft haar eigen geschiedenis en doet dingen uit liefde, zelfs als dat niet helpend is voor de jongetjes. Ze blijft hun moeder en dat zeggen we ook tegen de kinderen: zij is de beste mama die jullie kunnen hebben. Maar ze mogen wel teleurgesteld zijn om dingen die misgaan.

In mijn jonge jaren werkte ik op een groep waar een huilbaby was. Ik weet nog dat ik alleen maar wilde dat het ophield. Een collega nam het over en verdroeg het huilen, waardoor de baby kalmeerde. Als je werkelijk kunt uitstralen naar een kind: je mag zo lang boos of verdrietig zijn als je wilt, geef je rust. Want het ís naar als je niet bij je vader en moeder kunt wonen. Het gaat erom dat je er op zo’n moment bent voor een kind, meer hoeft eigenlijk niet.

11 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven

Comments


bottom of page